Dromen of realistisch zijn?
“Je kunt toch niet altijd doen wat je droom is? Soms is het toch gewoon niet haalbaar?” Dat is een reactie die ik regelmatig krijg als ik spreek over mijn missie: namelijk dat iedereen echt gaat doen waar hij of zij diep van binnen naar verlangt. Ik geloof namelijk dat je dat diepe verlangen met een reden voelt.
Zo gaf laatst iemand het voorbeeld dat hij heel graag huisarts had willen worden. Hij had zich doorontwikkeld van de mavo naar praktijkverpleegkundige bij een huisartsenpraktijk. Hij gaf aan dat hij nu te oud was om de opleiding en de co-schappen nog te doen. Gezien zijn leeftijd heeft hij daar waarschijnlijk gelijk in. Toen we even doorpraatten gaf hij als motivatie aan dat hij dan iedereen zou kunnen helpen, meer dan dat hij nu deed.
Hoe ga je daar dan mee om?
Als je nadenkt over je diepe verlangen, de droom die je hebt, dan is het vooral belangrijk om jezelf de ‘waarom-vraag’ te stellen. Waarom wil je het?
Verkapte uitvlucht?
Mijn ervaring is dat je dan soms ontdekt dat je droom eigenlijk een verkapte uitvlucht is uit de situatie waar je je in bevindt. Stel je hebt een hele drukke baan waarin je eigenlijk overvraagd wordt, dan kan het zijn dat je een ‘droom’ formuleert dat je een bed&breakfast wil beginnen op het Franse platteland of een duikschool op Aruba. Het gaat in deze gevallen meer om een droom die gekoppeld is aan het ‘vakantiegevoel’ wat je ooit daar hebt opgedaan. Het is je verlangen naar rust. Het is niet voor niks dat dit soort dromen soms ontzettend mislukken als de mensen ineens merken dat het daar ook gewoon heel hard werken is. Als je ‘droom’ precies het tegenovergestelde symboliseert van waar je nu het allermeeste last van hebt, dan zou er een alarmbelletje bij jezelf af moeten gaan.
Haal je droom uit de vast gegoten vorm
Soms gaat het wel echt om het pure innerlijke verlangen. Zoals in het geval van de man die huisarts wilde worden: Hij wilde heel graag alle mensen kunnen helpen om beter te worden. Wat ik dan vaak merk, en ook in het geval van deze man, is dat de droom echter al helemaal in een vaste vorm gegoten is, bijvoorbeeld in een bepaalde functie, zoals hier in het beroep van huisarts. Soms is al op jonge leeftijd een beroep geformuleerd en dat houdt dan stand in de gedachten. “Ik wilde altijd edelsmid worden.”; “Ik wilde eigenlijk piloot worden.” Dat kan dan vervolgens de consequentie hebben dat de droom nooit vervuld wordt, omdat dat beroep bijvoorbeeld een te lang opleidingstraject of een bepaald niveau vereist. Of omdat er eenvoudigweg geen brood mee te verdienen valt. Wat overblijft is een sluimerend en af en toe meer aan de oppervlakte komend gevoel van spijt: had ik maar eerder, of als ik niet…
Wat kun je doen om anders naar je droom te kijken?
Een paar tips om je op weg te helpen:
Ga allereerst na uit welke delen je droom bestaat. Zo is er de motivatie: Waarom wil je bijvoorbeeld ondernemer worden? Waarom wil je huisarts worden? Om maar in het voorbeeld van de huisarts te blijven. Hij wilde meer mensen helpen. Ook een huisarts kan niet iedereen helpen, maar zal ook weer door moeten verwijzen. Hoe kun je toch meer mensen helpen dan dat je nu doet? Want dat is kennelijk het verlangen dat er leeft.
Dan is er de activiteit op zich: Welke activiteiten in je droom spreken je zo aan? Kun je die alleen in dat ene beroep doen? Of zijn er nog meer beroepen waar dat in kan? Kun je deze activiteiten misschien gaan doen vanuit je huidige functie of misschien wel als een nevenactiviteit? Bijvoorbeeld als je altijd piloot had willen worden: kun je wellicht meer reizen binnen je huidige functie?
Mocht je hier hulp bij willen hebben, neem dan gerust contact op. Er is meer mogelijk dan je nu denkt!